Tags

, ,


De imker bracht een flinke zak kersen mee. “Meikersen”, zei hij. Hij gaf ons even tijd die mededeling te verwerken. “Zelf geplukt bij een adresje waar bijenkasten van me staan. Vlakbij een heel oude meikersenboom – zóóó dik.” Hij wees iets aan van de omvang van een sequoia. “Die mevrouw daar zei: ‘Pluk ze alsjeblieft, het zijn er zó veel. Ik begrijp er niets van, andere jaren was ie allang leeggegeten door de vogels’.”

De imker glunderde. Als ooit dat woord van toepassing was, dan hier. “Ik weet wel hoe het komt”, zei hij ietwat samenzweerderig. “Het komt doordat mijn bijen daar nu staan. Dat houdt de vogels uit de buurt.” In één adem liet hij weten het aantal bijenkasten bij de kikkerpoel te hebben uitgebreid van twee naar vijf.

bijenkast openEerder zag ik hem lopen in zijn witte pak met sluier nadat hij die operatie net had uitgevoerd, achtervolgd door een klein peloton van razende beestjes. Hij blies een bij van zijn sluier die – als een echte soldaat met een missie – meteen weer op dezelfde plek terugkeerde. “Ze zijn nu een beetje onrustig”, zei hij. Ik knikte. Vanaf een prettig afstandje. Ik had niet zo’n zin in een herhaling van vorig jaar, toen ik drie dagen als een hamster door het leven ging, vanwege een steek in m’n wang.

 ‘Okee, we gaan weer’, was onze onmiddellijke ingeving, maar het was al te laat.

Nadat de imker al een tijdje weg was, gingen we poolshoogte nemen bij de kikkerpoel. Nu hij praktisch droog staat, kunnen we sommige woekerende waterplanten een beetje uitdunnen. We stonden er net toen onze aanwezigheid een ongewone belangstelling trok. Van bijen. ‘Okee, we gaan weer’, was onze onmiddellijke ingeving, maar het was al te laat. In m’n haar zoemde en ritselde minstens één nijdige bij. Wegvluchtend voelde ik de prik – boven op m’n hoofd. Een uur later vloog – dichter bij huis – opnieuw een bij in m’n haar. Je moet bewondering hebben voor hun volharding. En weten wanneer het genoeg is. De imker kwam en nam z’n net geplaatste bijenkasten weer mee. Er is een grens aan een vreedzaam samenleven tussen de mens en de hoeveelheid bijenvolkjes in de directe omgeving.

De rest van de dag was ik het toonbeeld van een uitgestreken gezicht, omdat het hoofd protesteerde tegen fronsen, lachen en wenkbrauwen optrekken. Tegen mimiek in het algemeen. Vanochtend was het voorhoofd prachtig strakgetrokken, geen fronsje te zien. Wel een beetje dikkig. Ik had gewaarschuwd moeten zijn. In de loop van de dag evolueerde het fronsloze voorhoofd naar een nieuwe vorm, een Klingon waardig. Dat maakt een hele sequoia-boomgaard met kersen niet meer goed.