Tags
De natuur zal het worst zijn, die luxe praatjes over het weer. Geen regen? Dan niet. Geen zon? Dan niet. Wat uitgebloeid is, verwelke en wat bloemen moet krijgen, bloeie: we zullen doorgaan. Wat is dus de stand van het groen na de moesson?
We hangen daartoe het fototoestel om – het equivalent van de botaniseertrommel van weleer. Een foto maakt het overbodig dat je – ter determinatie – planten uit de grond peutert die bij nader inzien zeldzaam en beschermd blijken. Niet dat mij dat is overkomen, mind you. Ik ontken alles. Vervolgens trekken we de Nederlandse wildernis in, waarbij we niet moeten vergeten dat er tussen dat groen ook allerlei interessante beestjes vliegen en kruipen.
Nieuw voor ons zijn de vliegen die met één steek – een nietsontziende hit and run-actie – je hand of arm kunnen laten opzwellen tot buitenproportionele grootte. En natuurlijk veel jeuk als bonus. We gokken erop dat we met dazen van doen hebben. Bijen daarentegen zijn natuurlijk oude bekenden, maar ik smaakte nog niet eerder het genoegen dat twee van deze vliesvleugeltjes achter mekaar in m’n haar verward raakten, om vandaaruit allerlei angstige verwensingen in m’n oor te toeteren.
Gelukkig zijn er ook insekten die ongevaarlijk rondfladderen of rustig van het zonnetje wensen te genieten. Zoals de rode soldaatjes. En het bruine zandoogje, een mooi bruin vlindertje met oranje vlekken. Hieronder een kleine selectie foto’s van groeiend, bloeiend en kruipend grut, zoals waargenomen tijdens bovenvernoemde expeditie.
Voor een groter formaat onderstaande foto’s even aanklikken.