Tags
We hadden Kwik, Kwek en Kwak amper 24 uur in huis, of we constateerden bij een van peuters – want dat zijn het in feite nog – een wat reutelende ademhaling.
Aanvankelijk dachten we dat het van verschrikte opwinding was over alle nieuwe indrukken, maar er kwam een niesgeluid bij. En af en toe zelfs de blaf van een keffertje. Allemaal uit dat kleine lijfje waar nog niet eens een noemenswaardig staartje of kammetje aan zit. En hárd. De kracht ervan katapulteerde het beestje met een vaartje naar achteren – als een kanonnetje met terugslag.
We haalden haar uit de vochtige kou naar binnen en gaven knoflookwater met appelazijn en allerhande versterkende hapjes. Alles ging schoon op, dus daar lag het niet aan dat het ‘snurken’ met elke ademhaling voortduurde. We konden ons voorstellen dat de andere twee zusjes zonder haar een stuk beter sliepen…
Dierenarts
Na een dag of wat verbeterde haar toestand lichtjes, maar de zwoegende ademhaling bleef. En zo kreeg ze in de eerste week na haar verhuizing al een antibioticaprik bij de dierenarts die ze overigens manmoedig onderging. Geen kik, geen piep.
Voor haar dapperheid kreeg ze van ons de eretitel ‘Spikkel II’. Of ‘Spikkel junior’, daar zijn we nog niet uit.
De prik hielp. Behalve wat niesjes, horen we weinig zaaggeluiden meer, en aardig geacclimatiseerd is ze ook. Lees: niets is haar te dol. Vrijmoedig steekt ze haar kop al in de bus met graantjes of vlokreeftjes nog voordat haar tweebenig personeel het heeft kunnen opdienen in haar bakje.
Wiep-wiep-wiep
Ook ontpopt ze zich als een enorme kwebbeltante. Met tussenpozen horen we een pieperig maar monter ‘wiep-wiep-wiep’ dan wel ‘oeit-oeit-oeit’. Voor een stukje sla beklimt ze zonder veel plichtplegingen een knie die in de weg ligt. En tot slot maakt ze er in de kamer – met permissie – een teringzooi van met haar zandbadjes en al dat gespit op zoek naar niet aanwezige wormen.
Blij toe als ze binnenkort weer naar haar zusjes terug kan, zeggen we tegen elkaar. En herhalen dat nog een paar keer ferm. Om er zeker van te zijn dat dat ook is wat we vinden.